Om samen met alle partners slim en snel deze buurt te verduurzamen maken we gebruik van onze bewezen methode en tools. BouwhulpGroep is aan de slag gegaan met de bestaande kwaliteit van het complex in kaart te brengen. Niet alleen op technisch vlak zijn de woningen beoordeeld, ook de architectonische en woontechnische kwaliteiten van het complex zijn onderzocht en vertaald naar mogelijkheden voor verbeteringen in uitstraling en ruimte. Dit alles leidt tot een maatregelenpakket die aansluiting vindt op de latere overstap naar duurzame energie. De onderzoeken voor de onderbouwing van het scenario zijn inmiddels afgerond, nu zullen de scenario’s gevormd worden en wordt het ontwerp in beeld, tekst en financiën inzichtelijk gemaakt voor de opdrachtgever. Een totaalplan waarbij het complex van 105 woningen direct aangesloten kan worden op het warmtenet.
In Sliedrecht wordt stap voor stap hard gewerkt aan een duurzame toekomst om in te wonen. De aanleg van nieuwe distributieleidingen voor het warmtenet zijn in volle gang. Onlangs is de langste boring op de belangrijkste verkeersader van Sliedrecht, de Deltalaan, gerealiseerd. Om meer woningen in de nabije toekomst op aardwarmte als duurzame bron aan te kunnen sluiten zullen woningen hiervoor eerst geschikt gemaakt moeten worden. Als onderdeel van het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW) werken we sinds 2019 met Tablis Wonen samen aan de realisatie. Na de Tuinfluiterflat staan nu de appartementen van het complex de Elzenhof op de planning om op het warmtenet te worden aangesloten.
Om samen met alle partners slim en snel deze buurt te verduurzamen maken we gebruik van onze bewezen methode en tools. BouwhulpGroep is aan de slag gegaan met de bestaande kwaliteit van het complex in kaart te brengen. Niet alleen op technisch vlak zijn de woningen beoordeeld, ook de architectonische en woontechnische kwaliteiten van het complex zijn onderzocht en vertaald naar mogelijkheden voor verbeteringen in uitstraling en ruimte. Dit alles leidt tot een maatregelenpakket die aansluiting vindt op de latere overstap naar duurzame energie. De onderzoeken voor de onderbouwing van het scenario zijn inmiddels afgerond, nu zullen de scenario’s gevormd worden en wordt het ontwerp in beeld, tekst en financiën inzichtelijk gemaakt voor de opdrachtgever. Een totaalplan waarbij het complex van 105 woningen direct aangesloten kan worden op het warmtenet. Woningsplitsing is geen nieuwe oplossing, maar wel een die steeds meer kansen en mogelijkheden biedt! In de afgelopen jaren zijn corporaties en gemeenten erachter gekomen dat vraag en aanbod niet meer met elkaar overeenkomen. We zien dat er veel (te) grote woningen op de markt worden aangeboden aan huishoudens die relatief klein zijn. Daarbij zorgt het woningtekort voor krapte op de markt. Er moeten de komende jaren veel, heel veel, nieuwe woningen worden gebouwd. Maar door gesprekken over bouwgrond, stikstof, materiaalprijzen kost dit tijd. De oplossing? Woningen splitsen om zo meer kleine huishoudens te kunnen huisvesten in bestaande voorraad!
In de afgelopen twee jaar heeft Woonbedrijf een aantal pilots uitgevoerd waarbij er verschillende type eengezinswoningen uit de jaren ’60 zijn gesplitst. Met aanbouw en zonder aanbouw. Deze woningen zijn bij uitstek geschikt door hun ruimte plattegrond, waarbij er op de begane grond ouderen gehuisvest kunnen worden, terwijl op de verdieping kleine huishoudens in kunnen trekken. De doorzonwoningen bieden mogelijkheden voor verschillende doelgroepen, bijvoorbeeld wanneer ouderen in hun buurt willen blijven wonen, maar de woning te groot is om in te blijven. Nu zijn ze in Breda en Tilburg ook geïnteresseerd om dit uit testen en wordt er gekeken naar mogelijk geschikte woningen om te splitsen. Een van het type woningen in het bezit van WonenBreburg die – naast de EGW60 – geschikt zijn, zijn de Neduco Galerijflat. Woningen die oorspronkelijk volgens het Neduco systeem (onderdeel van de Coignet groep) zijn gebouwd. Het interessante aan deze fabriekswoningen is de grote mate van standaardisatie en voorspelbaarheid. Beide voorbeelden laten zien dat woningcorporaties praktisch en snel inspelen op een gebrek aan bewoonbare woningen voor verschillende doelgroepen. Onze menukaart met diverse kwalitatief gegarandeerde oplossingen kan voor iedere woning worden herhaald zodat er vooraf inzicht is op de extra woningen, afgestemd op beoogde doelgroep. De bewezen samenwerking met enkele vaste bouwers samen met de corporaties laten zien dat de beoogde herhaling ook meteen uitgevoerd kan worden! Het nieuwe jaar is duurzaam begonnen met het verbeteren van de fundering in de Helmondse Leonardusbuurt. Waar in eerste instantie is gekozen om deze woningen te slopen vanwege scheefstand en verzakkingen wordt na een second opinion door BouwhulpGroep alsnog de gehele buurt gerenoveerd. Maar om de woningen, in bezit van Volksbelang, grondig te kunnen renoveren is het nodig om te starten bij de basis: het verbeteren van de fundering. Hiervoor is de firma Uretek gevraagd om de fundering te versterken met een speciaal ontwikkelde expansiehars. Zo kunnen deze woningen nog een lange tijd blijven staan.
Het verbeteren van de fundering is een spannende operatie omdat de woningen enkele millimeters opgetild worden. Hierbij dienen kozijnen, deuren, binnenwanden en vloeren continu gemonitord te worden om bijvoorbeeld klemming te voorkomen. Nadat deze specialistische klus is afgerond kan worden begonnen met de renovatie van de 69 woningen binnen de deelfase. Hiervoor worden de plannen op dit moment afgerond. Voor alle bewoners van de buurt wordt op 8 februari een bijeenkomst georganiseerd in samenwerking met Volksbelang en gemeente Helmond om ze bij te praten over het vervolg. Kennis en ervaring delen is belangrijk in het leven van de renovatiespecialist. Het stelt je namelijk in staat om te reflecteren op de kwaliteit van je eigen werk. En daagt je uit om vooruit te kijken naar oplossingen voor de brede renovatiesector. Daarom is Haico van Nunen namens BouwhulpGroep vaste columnist voor RenovatieTotaal. In de columns besteedt hij aandacht aan allerlei thema’s gerelateerd aan renoveren. Hierbij gaat het van onderhoud tot transformatie en van badkamerrenovatie tot een beschouwing op de gehele energietransitie. Mocht je nieuwsgierig zijn geworden naar zijn columns klik dan hier voor een compleet overzicht.
In het afgelopen jaar zijn er zeven columns verschenen waarin renoveren centraal staat. Wanneer wordt teruggeblikt zijn door de oogharen drie trends waar te nemen: #energietranstie #circulariteit en #renovatie_als_een_service. Allemaal grote, maatschappelijke thema’s die de komende jaren alleen maar zichtbaarder zullen gaan worden bij gesprekken over de Klimaatopgave en de betaalbaarheid en beschikbaarheid van het wonen. De columns zijn bedoeld om iedereen de breedheid van renovatie te laten zien en ervaren. De inspiratie halen we uit onze dagelijkse praktijk van het ondersteunen van woningeigenaren en bewoners bij het verduurzamen van hun wijk en buurt. Mocht je naar aanleiding van de columns meer begrip willen krijgen van de achtergrond dan staan hieronder een aantal interessante artikelen: De aandacht voor de energietransitie, en dan met name de ontsluiting ervan: https://www.bouwhulp.nl/actueel/opschalen-van-particuliere-woningrenovaties-in-rotterdam https://www.bouwhulp.nl/actueel/save-the-homes-op-bezoek-in-rotterdam Circulariteit als onderwerp om ook materiaalreductie een plaats te geven in de afweging voor renoveren: https://www.bouwhulp.nl/actueel/circulariteit-in-de-bestaande-woningbouw https://www.bouwhulp.nl/actueel/circulaire-ambities-voor-de-neduco-flats En de benodigde kennis vanuit expertise en data die je in staat stellen om renovatie opgaven snel en doeltreffend te analyseren. Of je dat nu als eigenaar-bewoner zelf doet (via www.Ikwoon.io ) of dat dit een onderdeel is van een programmastudie zoals we die voor woningcorporaties uitvoeren: https://www.bouwhulp.nl/actueel/aanstelling-haico-als-lector-duurzame-renovatie-verlengd https://www.bouwhulp.nl/actueel/renoveren-begint-met-luisteren In de bouw- en renovatiesector wordt volop geïnnoveerd. Logisch, gezien het tekort aan technisch geschoold personeel en de gemaakte bouw- en klimaatafspraken. Qua kosten, kwaliteit en digitalisering is nog een wereld te winnen en industrialisatie, modulair bouwen, digitalisering en prefabricage spelen daarbij een belangrijke rol. Zij maken sneller, efficiënter en minder foutgevoelig bouwen en renoveren mogelijk. Prefab, modulair en industrieel bouwen is dus een belangrijk onderdeel van het antwoord op veel van die uitdagingen. Voor 54events de reden om hieraan tijdens de vakbeurs en het kennisplatform PREFAB tijdens de Nationale Energie Week veel aandacht te besteden. Veelvuldig gaat het bij prefabricage over nieuwbouw, maar ook in renovatie en transformatie speelt prefabricage een belangrijke rol. Het gaat immers sneller en kwalitatief beter. Tijdens een inhoudelijke sessie gaan we in op enkele voorbeelden en visies, met als titel Prefab in renovatie en transformatieopgaven.
Tijdens het inhoudelijke programma verdeeld over enkele theaters zijn onderliggende en aanpalende thematieken van prefabricage, modulair- en industrieel bouwen behandeld. Voor de lezing op 13 oktober is BouwhulpGroep in de persoon van dr.ir. Haico van Nunen gevraagd om te komen vertellen over de oogst van IFD-bouwen en de klimaatopgave van duizend woningen per dag. Via de TU/e is Haico afgestudeerd op het onderwerp Industrieel Flexibel Demontabel bouwen en vervolgens gepromoveerd op de impact van levensduurdenken in gebouwde omgeving wat vandaag onder de naam #circulariteit steeds belangrijker wordt in de praktijk van verduurzamen. BouwhulpGroep heeft de afgelopen 25 jaar intensief samengewerkt met de SEV (Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting) aan het ontwikkelen en demonstreren van renoveren. Een van deze methodes, genaamd Industrieel Flexibel Demontabel Bouwen. Richting de eeuwwisseling ontstond de behoefte van de overheid om minder zelf te doen en meer aan de bouwsector over te laten. De rapportage ‘Marktpotentie voor IFD-bouwen’ van EZ uit 1997 was het laatste zetje nodig om te starten met landelijk programma om de bekendheid van IFD-Bouwen te promoten en het stimuleren van de toepassing ervan. In die tijd ging IFD vooral uit van prefabricage vanwege 'betere' kwaliteit van het product en met minder mensen nodig voor het ‘proces’. Bovendien moest de consument meer invloed en keuze krijgen. De kennis en ervaring hebben we naast het opschrijven in vele boeken en publicaties ook in de praktijk gebracht! Klik hier om de presentatie te downloaden. In een fraaie groene omgeving in Tilburg-noord liggen twee galerijflats waarvoor we een renovatieplan aan het ontwikkelen zijn. Hierbij gebruiken we de ‘Neduco Renovatie Box’ waarmee WonenBreburg en BouwhulpGroep enkele jaren geleden gestart zijn. De opgedane kennis van eerdere Neduco projecten is gebundeld in dit document met daarin de toegepaste oplossingen en opgedane ervaringen. En met deze kennis gaan volgend jaar twee Neduco-flats in Tilburg worden aangepakt. BouwhulpGroep verzorgt hierbij het ontwerp en de bouwkundige voorbereidingen. Door slim te herhalen wat al goed is ontstaat ruimte en tijd om te innoveren. En omdat WonenBreburg een circulaire ambitie heeft wordt binnen dit project een circulair programma van eisen aan de box toegevoegd als nieuwe kennis, onder andere vanuit de Circulaire Bouweconomie.
Er zijn in de periode tussen 1959 en 1975 circa 8.000 woningen volgens het Neduco bouwsysteem gebouwd, voornamelijk in Noord-Brabant, Zuid-Holland en Noord-Holland. Het systeem kent een grote mate van industrialisatie wat mogelijk was door de indertijd opkomende standaardisatie van de woningplattegrond. Beton is het basismateriaal voor zowel de dragende wanden als de vloeren en in veel gevallen is beton ook toegepast voor de buitengevel en de niet-dragende binnenwanden. De twee flats in Tilburg worden vergaand verduurzaamd en krijgen direct een esthetische opwaardering van de gevels en entree. In de koude maand november kwamen we als consortium van Re-Modulees samen in het warme Bari. In twee dagen tijd is er actief en inhoudelijk kennis uitgewisseld over de stand van zaken met betrekking tot Re-Modulees. Dit Europese project moet ervoor gaan zorgen dat ingrijpende renovaties eenvoudiger, sneller en aantrekkelijker worden gemaakt voor belanghebbenden. Dit zal gebeuren door gebruik te maken van een overkoepelend platform en door gebruik te maken van opgedane kennis uit eerdere projecten van het Europese Horizon 2020 programma, gericht op One-Stop-Shops. Zo sluit ons H2020 project Save the Homes, in Rotterdam voor de verduurzaming van private woningen, naadloos aan op de doelstellingen van dit project en proberen we al zo veel mogelijk uitwisseling van de kennis te bevorderen.
In zeven geselecteerde steden uit verschillende landen worden ‘renovatie hubs’ opgezet om de eerdere resultaten te gebruiken en dilemma’s op financieel, technisch en maatschappelijk vlak weg te nemen. Kennis ontwikkelen is één ding, kennis implementeren vraagt om andere vaardigheden. Nu we halverwege het project komen, begint het project vaart te krijgen. Zo zijn we op dit moment bezig met het zoeken naar een locatie om de Nederlandse hub te plaatsen. Hier kunnen mensen terecht met vragen en kunnen ze uitleg krijgen over de verschillende diensten en producten die ter ondersteuning worden aangeboden aan opdrachtgevers om projecten van start tot finish goed te begeleiden. Denk hierbij aan producten zoals de Sensi-Sensoren (https://www.bouwhulp.nl/actueel/sensis-doen-de-ronde-bij-woningcorporaties), de Ikwoon applicatie (https://app.ikwoon.io/) en bewezen renovatie concepten van Alliantie+ (http://www.alliantieplus.com/). Aan het einde van Re-Modulees hebben we een netwerk van ‘renovatie hubs’ die diverse oplossingen, ontwikkeld door heel Europa, aan kunnen bieden. Op die manier kunnen gemeenten (en bewoners) en corporaties sneller tot de gewenste verduurzaming komen. Het Re-Modulees consortium bestaat uit de volgende partners: BouwhulpGroep (NL), ISSO (NL), Huygen Installatie Adviseurs (NL), Consiglio Nazionale Ricerche (IT), Certificazioni Materiali Costruzione (IT), Academia Europea di Bolzano (IT), SYMPRAXIS Team (GR), CRES (GR), Instituto Valenciano Edification (ES), Ubik Geospatial Solutions (ES), R2M Solutions (FR), DOWEL Management (FR), Center for Energy Efficiency (FR), Institute for Innovation and Development of University of Ljubljana (SI), Meta Group (IT) and International Union of Property Owners (BE). In Uden ligt een typisch jaren ’80 complex met 181 gestapelde woningen. Wat er typisch jaren ’80 aan is, is de ooit gekozen massaliteit, de steenachtige uitstraling, de kleurtoepassing en het materiaalgebruik. Een compleet andere beleving van schoonheid en kwaliteit dan de gewaardeerde vooroorlogse architectuur, die gezien hun leeftijd ondertussen veelal zijn gerenoveerd. Waar de vooroorlogse architectuur zich kenmerkt door een combinatie van een groen karakter, een gevoel van gemeenschappelijkheid en oog voor kleine details in metselwerk, textuur en overstekken weerspiegeld die van de jaren ’80 een andere kwaliteit.
Helaas zijn we zijn nog niet ‘gewend’ om van de jaren ’70 en ‘80 architectuur ook de kwaliteit te zien. Deze periode vormde een breuk met het gedachtegoed van de jaren ’60. Niets was meer goed: licht, lucht en ruimte hadden geleid tot grootschaligheid, beton en maakbaarheid van bovenaf. Het moest structureel andere en het individu moest een dominante plaats krijgen binnen het ontwerp. Er is toen veelal gezocht naar geborgenheid, knusheid en kindvriendelijkheid. Eigenlijk de kwaliteit die vandaag nog steeds past binnen de denkwereld van bewoners. Dus is het niet perse nodig om het uiterlijk te transformeren om er iets leuks van te maken. Door zorgvuldig te kijken naar wat voor de negatieve beleving en wat voor de positieve beleving zorgt kan met behoud van de karakteristiek de uitstraling verbeterd worden Area heeft dit jaren ’80 complex in Uden in bezit en is voornemens de woningen technisch te verbeteren. Maar qua uitstraling zien ze ook dat een verbetering nodig is. Een dergelijke integrale benadering is essentieel voor een duurzame aanpak. Na een zorgvuldige analyse van de knelpunten en kwaliteiten hebben we voor deze woningen een esthetische verbetering voorgesteld. Het verandert het imago en de leefbaarheid. Aanpassingen aan het uiterlijk, waar ook de woonomgeving een belangrijke rol in speelt, dragen bij aan het prettiger wonen in deze buurt. Iedere stad of dorp in Nederland beschikt erover: de grondgebonden jaren ’50 eengezinswoning. Gebouwd in een tijd dat de woningnood hoog was en de financiën beperkt. Maar wel met oog voor de (toekomstige) gebruiker door het ontwerpen met ‘licht, lucht en ruimte’. Met als resultaat een prettige woning en woonomgeving. In deze buurten zie je dan ook vaak deze elementen terug dat het karakter en kwaliteit van een vooroorlogse tuindorp typeert. Weliswaar vaak wat soberder uitgevoerd, maar nog steeds zorgvuldig vormgegeven en gelegen op veelal diepe percelen. En dat in een stedenbouwkundige setting van (half open) bouwblokverkaveling dat een gevoel van groen en ruimte geeft.
Het is nu 2022 en dus zijn de woningen inmiddels 70 jaar oud. Door aanpassingen uit het verleden zijn de woningen veelal vergroot en/of voorzien van isolatie, waarbij meestal de oorspronkelijke karakteristieken in meer of mindere mate verloren zijn gegaan. Met het oog op zowel de vergijzing als de energietransitie staan veel woningeigenaren voor een keuze: nogmaals investeren in deze woningen of wordt het tijd om voor iets anders te kiezen? Dit is de vraag die woningcorporatie UWOON uit Harderwijk dan ook aan ons heeft gesteld. De opgave betrof 48 woningen gelegen in Ermelo. Met (op verzoek) een 100% woninginventarisatie heeft BouwhulpGroep de huidige kwaliteit grondig in kaart gebracht. Waarbij we standaard verder kijken dan het noodzakelijke onderhoud en bouwtechniek. Juist door integraal de kwaliteit van uitstraling, plattegrondindeling en wooncomfort mee te nemen ontstaat er een compleet beeld van de (werkelijke) waarde die het bezit heeft. Op basis van dit kwaliteitsbeeld is er een renovatie scenario ontwikkeld, waarbij accenten vanuit onderhoud, verduurzaming en versterking van bestaande kwaliteit zorgvuldig bij elkaar zijn gebracht. Belangrijk bij deze analyse was ook de vraag naar een doorkijk hoe de plattegrondindeling aangepast kan worden, zodat het ‘langer thuis wonen’ voor de huidige bewoner (eenvoudig) kan worden verbeterd. Binnen het onderzoek hebben we de corporatie samen met een bewonersafvaardiging stap voor stap meegenomen in het ontwerpproces, om zo begrip te krijgen voor de (on)mogelijkheden binnen de opgave, maar zeker ook voor elkaars standpunten hierin. Met het renovatie scenario als resultaat heeft UWOON een belangrijke bouwsteen in handen om op zorgvuldige wijze én samen met bewoners tot een weloverwogen, breed gedragen keuze te komen voor de toekomst van deze woningen in Ermelo. Het mooiste van onderzoek doen is om uiteindelijk het resultaat te kunnen delen van de nieuw opgedane kennis. Zeker als deze nieuwe kennis tot nieuwe inzichten leidt. Want wist je bijvoorbeeld dat de milieu impact van onderhoud en renovatie binnen de corporatiesector 2x zo hoog is als die van nieuwbouw? Dus dat we met duurzaam renoveren een veel grotere impact kunnen hebben dan met nieuwbouw. Op de laatste dag van een zonnig oktober gaf onze collega Haico van Nunen een webinar voor Aedes, de koepel van woningcorporaties in Nederland, over de verduurzaming. En meer specifiek over de circulaire potentie voor woningcorporaties. Want naast de opgave in de energietransitie gaat duurzaamheid namelijk veel verder. Ook het materiaalgebruik in de bouwsector is een opgave waar corporaties mee aan de slag willen gaan richting een duurzamere woningvoorraad. In het webinar stond de impact op materiaalstromen binnen de corporatiesector centraal en werd invulling gegeven aan strategieën om gebouwen vaker te behouden en meer te renoveren en te transformeren. Dit sluit aan bij de grote vraag aan meer woonruimte, maar wel met een zo laag mogelijke impact op het klimaat.
Dit alles naar aanleiding van het door BouwhulpGroep uitgevoerde onderzoek ‘Woningcorporaties aan de slag met circulair renoveren’. Doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in de materiaalstromen van woningcorporaties voor de komende acht jaar richting 2030. Aangezien corporaties op basis van een meerjarenplanning hun beleid uitvoeren, is er nu al min of meer bekend bij welke complexen ingegrepen wordt. En dus ook welke materialen worden verwijderd en aangebracht. Dit biedt perspectief voor corporaties om naar circulaire oplossingen te zoeken die vandaag de dag nog niet de standaard zijn. Bovendien laat de energietransitie zien dat we woningen telkens maar meer gaan isoleren en van meer installaties gaan voorzien. Dit druist in tegen de diverse strategieën om juist minder materiaal te gebruiken of efficiënter met materialen om te gaan. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, namens transitieteam Circulaire bouweconomie en in samenwerking met de groene huisvesters. De rapportage komt binnenkort beschikbaar via www.circulairebouweconomie.nl . We zullen een berichtje plaatsen wanneer deze online staat. Op de kruising van de Eindhovenseweg en Brederode in Waalre (Aalst), staat een complex uit 2010. Dit pand bevat een commerciële plint en 12 appartementen op de bovengelegen verdiepingen, met in de kelder een garage en bergingen. Voor de commerciële plint is door ons een ontwerp gemaakt om deze te transformeren naar woningen. Om draagvlak te creëren en kennis op te doen voor deze transformatie is recent een inloopmiddag georganiseerd over de invulling van deze, al lang leegstaande plint van het complex.
Vorig jaar is door BouwhulpGroep een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd voor de leegstaande begane grond, waarbij er een ontwerp is gemaakt voor de transformatie van de begane grond tot woningen met een globale toets op realiseerbaarheid en bouwbesluiteisen. De uitkomst van dat onderzoek was dat het mogelijk is om hier 10 appartementen/ studio’s. Daarna zijn we samen met aannemer Groenen bouw en onderhoud als bouwteam verder gegaan en is het ontwerp uitgewerkt. Eind september heeft Woonstichting ‘thuis samen met Stayinc. een inloopmiddag georganiseerd waarin zij aan bewoners van de bovenliggende verdiepingen van het complex en omwonenden het plan voor de begane grond hebben gepresenteerd. Vanuit onze rol als ontwerper hebben we de buurtbewoners meegenomen in de voorgenomen ontwikkeling. Met behulp van tekeningen en onder het genot van een kop koffie of thee hebben we de geïnteresseerden ontvangen en laten zien wat de plannen zijn. Het resultaat is een geslaagde inloopmiddag waarbij de meeste mensen hebben aangegeven dat ze blij waren met de voorgenomen plannen om de plint naar woningen te transformeren omdat dit zorgt voor nieuwe impulsen in het gebouw en in de buurt. Verduurzaming wordt vaak geassocieerd met het isoleren van een gebouw. Maar verduurzaming is meer dan dat. Denk ook aan het gebruik en de gebruiker! Naast de noodzakelijke technische ingrepen is de vormgeving ervan essentieel om te kunnen spreken van een echt duurzame oplossing. Immers wie vindt het leuk om lang in een 'lelijke' woning te blijven wonen? Door een verbeteropgave integraal te benaderen en tegelijkertijd meerdere kwaliteiten te realiseren is het eindresultaat ook écht duurzaam te noemen.
Met deze gedachte in het achterhoofd zijn we door woningcorporatie Area gevraagd om voor verschillende complexen binnen hun bezit de technische verduurzaming vorm te geven. Voor 22 woningen in Erp is deze energetische verbetering als kans aangegrepen om direct ook de uitstraling van de woningen te verbeteren. Met subtiele aanpassingen is de esthetische kwaliteit van de woningen verbeterd en genieten de bewoners van lagere energiekosten. Deze woningen zijn niet uniek, en de verbeterde onderdelen (componenten) kunnen herhaald worden bij andere complexen. Het is een kwestie van goed kijken hoe herhaalbare technische oplossingen mooi toegepast kunnen worden op een specifieke locatie. Afgelopen januari is een stedenbouwkundige-in-opleiding van BouwhulpGroep gestart met de PEP (Professioneel Ervarings Programma). Ze doorloopt deze tweejarige periode om als aanvulling op de technische studie ‘Architecture, Building & Planning’ zich de praktische zaken van het stedenbouwkundige vak eigen te maken én de titel ‘stedenbouwkundige’ te verdienen.
PEP is een twee jaar durend geïntegreerd programma waarin jonge ontwerpers die zich willen inschrijven in het architectenregister hun wettelijk verplichte tweejarige beroepservaringsperiode kunnen opdoen. De PEP biedt een gevarieerd programma aan met maandelijkse moduledagen, trainingen, excursies en een mentorsysteem, waardoor de professionele ontwikkeling versneld. En een groot netwerk samen met mededeelnemers opbouwt binnen het werkveld. Inmiddels zit het eerste halfjaar erop en wordt de opgedane kennis al volop in de praktijk toegepast! Ben je recent afgestudeerd in de richting architectuur of stedenbouw (en heb je interesse om de BEP of PEP te doorlopen) en wil je concreet iets bijdragen aan de verduurzaming van acht miljoen woningen, samen met de mensen die er wonen? Wil je je skills slijpen in deze praktijk? Stuur een mailtje naar info@bouwhulp.nl en laat weten waarom je graag je professionele carrière bij ons zou willen starten! In 2050 zijn in Arnhem de woningen duurzaam: energiebesparend en voorzien van schone energie. In 2030 is er een CO2-reductie van 61% ten opzichte van 2017. “Mooie woorden, leuke plannen. Maar hoe gaat dit gehaald worden? Met welke handjes?” zie ik u denken. Een deel van het antwoord: WARP-Spijkerkwartier. Door vele bewoners en lokale instellingen wordt er samengewerkt aan de ontwikkeling van de Arnhemse wijk Spijkerkwartier. De Stichting De Blauwe Wijkeconomie (dBWE) en buurtbewoners ontwikkelen samen hun wijk, eerlijk en duurzaam. Zo zijn er de afgelopen tijd tal van projecten en initiatieven ontstaan vanuit DAZO (het maatschappelijke projectbureau in de wijk). Mede hierdoor is de sociale betrokkenheid erg vergroot. En bovendien een belangrijke bouwsteen in de energietransitie van deze wijk.
Op naar de volgende stap! Met het Woning Acceleratie Renovatie Programma (WARP) hebben we in het Spijkerkwartier een aantal van de bouwstenen in de wijk gecombineerd: Platform de Blauwe Wijkeconomie, Energieloket SpijkerEnergie, ons concept Mobiele Buurtfabriek en het unieke BuurtBaanBureau, een arbeidsbemiddelingsvoorziening door en voor de wijk. Er ligt een plan klaar om uitgevoerd te worden. Er is nagedacht over hoe het proces van het renoveren slimmer kan. Er is nagedacht over hoe we het onbenutte arbeidspotentieel kunnen activeren. En we halen het allemaal uit de wijk zelf! Klussers uit de wijk opleiden tot renovatiespecialisten voor de wijk. Een Buurtklusbedrijf laten uitgroeien tot een Renovatie Team. Met elkaar, voor elkaar! De buurtbewoners, de Stichting dBWE, het Klimaatverbond Nederland, de gemeente Arnhem en BouwhulpGroep staan op WARP snelheid klaar om het ontwikkelde model uit te rollen; met pilotprojecten van 20 gerenoveerde woningen en de aftrap van enkele Buurt Klus Bedrijven is de droom van een eigen Renovatie Werf in de buurt weer een stukje dichter bij realisatie gekomen. In ruim een jaar tijd heeft de Drentse woningcorporatie Woonconcept onder begeleiding van BouwhulpGroep de opbouw van haar totale woningvoorraad in kaart gebracht. En is 25% van de voorraad op een andere wijze geordend door een portfolio analyse uit te voeren op component niveau. Vervolgens is op basis van deze (her)ordening een Woonconcept menukaart ontwikkeld met daarop veertien concepten op componentniveau, welke een bijdrage moeten leveren aan het verwezenlijken van de ambities uit het Woonconcept duurzaamheidsprogramma. Hiermee is een eerste stap gezet in de vraagontwikkeling passend bij een projectoverstijgende aanpak van de voorraad. En daarmee is nu het moment aangebroken om de stap te zetten van het ‘denken’ naar het ‘doen’. De zoektocht naar (regionale) ondernemers met een breed, duurzaam en herhaalbaar aanbod kan worden gestart. Want ondanks hoe goed de prijs, kwaliteit en schaalbaarheid van de beoogde technische oplossingen ook zijn, uiteindelijk blijven het de (vak)mensen die het verschil maken in de buurt. De eerste stap hierin was het organiseren van een roadshow. Samen met Woonconcept hebben we kennis en ervaringen opgehaald bij collega corporaties, die op één of meerdere vlakken ervaring hebben opgedaan in het verkennen van een andere aanvliegroute dan de traditionele, projectmatige aanpak.
Tijdens de roadshow zijn drie gerealiseerde dakrenovaties de revue gepasseerd. De onderlinge renovaties verschillen niet qua productkwaliteit (de te bereiken prestatie was een dak van nieuwbouwkwaliteit), maar het proces waarop deze tot stand zijn gekomen wel. Van een vraaggestuurde aanpak in de serie van één tot een stapsgewijze aanpak binnen een projectoverstijgende benadering. En omdat deze processen van elkaar afweken, waren er ook verschillen terug te zien in de wijze van samenwerken tussen opdrachtgever en marktpartijen. De roadshow heeft boeiende inzichten opgeleverd voor Woonconcept. Nu wordt onderzocht welke aanpak het beste past bij de verwezenlijking van de doelen van de organisatie. Sterker nog, de drie besproken vormen kunnen ook naast elkaar worden toegepast. Want ze hebben namelijk een belangrijke overeenkomst en dat is ‘Component Renovatie’, met de component als drager van informatie, prestaties en kwaliteit. Begin deze maand kwam het verslag uit van de Nationale Conferentie Circulaire Bouweconomie. Gezien het grote aantal deelsessies, die je niet allemaal tegelijk kon bijwonen, is er een magazine verschenen met de terugkoppeling van de belangrijkste thema’s van de conferentie. Voor ons was de belangrijkste mijlpaal van die dag dat ‘bestaande bouw op de kaart is gezet’ voor wat betreft circulariteit. Vreemd dat dit nog niet het geval was, want vanuit het oogpunt van circulariteit is ieder gebouw dat er nu al staat juist een potentiële grondstof, en een start van een circulaire economie.
In onze bijdrage van die dag lag daar dan ook de focus: gebouwen hebben een lange levensduur van meer dan 120 jaar en met (circulair) onderhoud en verbeteren kun je die levensduur ook daadwerkelijk bereiken, of zelfs verlengen. En juist daarmee behaal je de grootste milieuwinst, alles wat je niet hoeft te bouwen spaart grondstoffen! Goed dat de bestaande bouw een eigen plek krijgt in de circulaire ontwikkelingen, maar er is nog veel te winnen voor de sector. In dat kader is BouwhulpGroep momenteel bezig met het leggen van de laatste hand aan een onderzoek in opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Namens het Transitieteam Circulaire Bouweconomie en in samenwerking met De Groene Huisvesters worden de circulaire kansen voor woningcorporaties onderzocht. De centrale vraag hierbij: wat is de circulaire opgave de komende jaren voor woningcorporaties? Hierover volgt later meer. Lees het verslag hier terug. Toen het kwik op de thermostaten in juli ruim boven de 30 graden uitstak, is BouwhulpGroep op onderzoek uitgegaan naar een woongebrek die op dat moment niet voor de hand liggend was. We zijn namelijk door Woningbelang gevraagd om voor circa 130 woningen een gericht onderzoek uit te voeren in Valkenswaard. In de wijk het Gegraaf is meer dan de helft van de woningen in bezit van Woningbelang. De woningcorporatie wil graag op adresniveau weten waar vochtproblemen zich voordoen. En ze wil inzicht krijgen op de wijze van het herstellen van deze gebreken en welke financiële impact dit heeft. Een volgende logische stap is om de herstelwerkzaamheden op slimme wijze te combineren met het geplande duurzame onderhoud. Zodat de bewoner weer kan genieten van comfortabele vertrekken op de begane grond.
Om tot de onderzoeksresultaten en tot goede herhaalbare oplossingen te komen zijn eerst allerlei documenten beschouwd. Belangrijk daarbij waren de klachtenlijsten en de resultaten van bewonersenquêtes. Ook zijn leegstaande woningen intern bezichtigd om de gebreken en mogelijke oorzaken in beeld te brengen. In overleg met WoningBelang is er vervolgens een uitgebreidere steekproef uitgevoerd om de omvang te definiëren en de mogelijke oorzaken te toetsen. Ook is kennis uit de praktijk binnen WoningBelang en uitvoerende partijen opgehaald en is er een plan opgesteld die als richtlijn wordt gebruikt voor het begroten van de werkzaamheden voor de komende periode. De wijk bevat twee woningtypes met bouwjaar rond 1963 en de woningen zijn daarmee bijna 60 jaar oud. Vanaf volgend jaar zullen in de wijk de eerste woningen aangepakt worden, waarbij de bevindingen van BouwhulpGroep meegenomen worden in de uitvoering. Ieder jaar houdt de Leercirkel Resultaatgericht Samenwerken enkele bijeenkomsten, de zogenaamde ‘Leerkringen’, om kennis en ervaring uit de praktijk te delen. Voor de bijeenkomst van 7 september stond een publicatie van de toenmalige ministeries VROM en EZ op het programma genaamd: Leren door demonstreren; industrieel, flexibel en demontabel bouwen. Een publicatie geschreven ter afsluiting van een meerjaren programma met de naam IFD-Bouwen waarbij we 8 jaar intensief betrokken zijn geweest bij het beoordelen van de aanmeldingen, het selecteren van projecten en de evaluaties en mate van impact van deze projecten. We waren als BouwhulpGroep dan ook zeer vereerd toen we de uitnodiging ontvingen om iets over IFD-Bouwen te mogen vertellen op de bijeenkomst in Amersfoort.
In 1978 zijn we bij bewoners aan de keukentafel begonnen voor het ondersteunen bij het maken van renovatieplannen. Al vrij snel kwamen we tot de ontdekking dat, willen we de bewoners helpen bij het onderhouden en verbeteren van hun woning, we op zoek moeten gaan naar innovatieve technieken en vormen van samenwerken. Als bureau hebben we mede daarom ook 25 jaar intensief met de SEV (Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting) samengewerkt aan het ontwikkelen en demonstreren van renoveren. Een van deze methodes, genaamd Industrieel Flexibel Demontabel Bouwen, heeft wat ons betreft vandaag de dag de meeste potentie wanneer we kijken naar de verduurzaming van duizend woningen per dag. Richting de eeuwwisseling ontstond de behoefte van de overheid om minder zelf te doen en meer aan de bouwsector over te laten. De rapportage ‘Marktpotentie voor IFD-bouwen’ van EZ uit 1997 was het laatste zetje nodig om te starten met landelijk programma om de bekendheid van IFD-Bouwen te promoten en het stimuleren van de toepassing ervan. In die tijd ging IFD vooral uit van prefabricage vanwege 'betere' kwaliteit van het product en met minder mensen nodig voor het ‘proces’. Bovendien moest de consument meer invloed en keuze krijgen. Verdeeld over 4 jaar zijn er meer dan 400 aanmeldingen ontvangen en hebben 92 projecten de felbegeerde status van IFD mogen ontvangen. Deze projecten werden daadwerkelijk gerealiseerd en geëvalueerd. Een belangrijke les geleerd was dat IFD-bouwen onvoldoende vertaald is naar de vraag waardoor het bij renoveren nooit tot opschalen is gekomen. Mede door de vele vragen en enthousiaste reacties uit het publiek denken we dat de oogst van zeven jaar industrieel, flexibel en demontabel bouwen goed is overgekomen. We zijn nu beter in staat om IFD principes (via ordening en productiestromen) te vertalen naar de vraag. IFD is daarmee een methode die uitstekend past bij de klimaatopgave van het verduurzamen van duizend woningen per dag! Voor wie de presentatie wil inzien verwijzen we je door naar de website van de Leercirkel waar deze (binnenkort) is te downloaden: https://www.leercirkel.nl/bijeenkomsten-presentaties/. Schoonheid is een belangrijke voorwaarde voor een duurzame woontoekomst. Althans; dat is de gezamenlijke visie van een groep Vlaamse erfgoedmedewerkers en BouwhulpGroep. Twee van onze architecten hebben een masterclass verzorgd voor een groep erfgoedmedewerkers uit de regio de Antwerpse Kempen en ze rondgeleid langs twee door hen ontworpen projecten. Deze erfgoeddiensten willen de komende jaren sterk inzetten op de verduurzaming van modernistisch erfgoed (gebouwd in de jaren 1920-1980). En hierbij merken ze op dat nu vaak (energetisch) verbouwd wordt met verlies van erfgoedwaarden tot gevolg. Om dit te veranderen willen ze bouwers, architecten en overheden bewuster maken van de bijzondere waarde van deze panden. Om zich te laten inspireren hebben ze een aantal bureaus uit Amsterdam, Rotterdam en Eindhoven gevraagd om ze mee te nemen in hun aanpak en aansprekende voorbeelden te tonen.
Wanneer BouwhulpGroep met een duurzame renovatie aan de slag gaat is de belangrijkste prioriteit om draagvlak te creëren onder alle betrokkenen: onder zowel de eigenaren, overheden, bewoners en professionals. Dit doen we door ze te helpen de bestaande en mogelijke kwaliteiten van het gebouw te ontdekken aan de hand van onze ‘woonpuzzel’ methodiek. Zo werken we aan een duurzame woningvoorraad, wat wil zeggen aan mooie, stevige en functionele gebouwen. We hebben dit de erfgoeddiensten ook in de praktijk laten zien bij twee van onze gewaardeerde projecten: Philipsdorp in Eindhoven (een project in opdracht van Woonbedrijf) en de Leonardusbuurt in Helmond (een lopend project in opdracht van Volksbelang). De reacties na afloop van de middag waren zonder uitzondering enthousiast, en ook wij hebben van deze middag veel opgestoken! Heeft u ook interesse in onze renovatie aanpak? Neem dan contact met ons op! De Leonardusbuurt is, samen met de Binnenstad Oost, een van de eerste planmatige uitbreidingen van Helmond. Deze planmatige uitbreiding vond in verschillende fases voor de Tweede Wereldoorlog plaats. De aanvankelijke woningbouwplannen bestonden uit duidelijke samenhangende woningen en is nu in bezit van Volksbelang. Gedurende renovatiewerkzaamheden van een deelgebied in 2016 werden er structureel gebreken geconstateerd in de gehele buurt. Met als gevolg het uitstellen van renovaties van dit karakteristieke deel van Helmond voor onbepaalde tijd.
Om een beeld te krijgen van de omvang met bijbehorende risico’s zijn er onder andere onderzoeken gedaan met digitale 3D-scans van de gevels, waaruit de mate van scheefstand en rotatie van geveldelen werden afgeleid. Vele bouwblokken kregen op basis van deze meetwaarden een sloopstatus. De ontwikkeling van vervangende nieuwbouwplannen was inmiddels opgestart. Maar door verschillende redenen is toch de vraag naar voren gekomen of een heroverweging van de sloopstatus mogelijk was om tot een verantwoord renovatietraject te komen. BouwhulpGroep heeft na analyse van alle uitgevoerde onderzoeken en beschikbare meetwaarden een toetsingscriteria opgesteld met randvoorwaarden voor een verantwoord behoud, zowel constructief als in bruikbaarheid, van de woningen. De basis voor het toetsingscriteria was een differentiatie in de meetwaarden uit de 3D-scans. Hierdoor was een gedetailleerde heroverweging mogelijk van de woningen en bouwblokken. Dankzij deze nieuwe data bleek dat het merendeel van de bouwblokken behouden kon worden. Met periodieke visuele inspecties en ook monitoring van de meetwaarden in de toekomst zijn toename van risico’s tijdig te onderkennen. Samen met onze ontwerpers en externe experts is het historisch buurtkarakter en sociale invulling van Leonardusbuurt voor haar bewoners behouden. Woningsplitsing is inmiddels geen onbekend begrip meer. De laatste jaren komen vraag en aanbod niet meer met elkaar overeen en zoeken woningcorporaties naar vernieuwende oplossingen om dit probleem op te lossen. Een van deze corporaties is Woonbedrijf. Een aantal jaar geleden zijn we gestart met een onderzoek naar de mogelijkheden van woningsplitsing voor de eengezinswoningen uit de jaren ’60: een type woning wat door zijn grote plattegrond uitermate geschikt is voor deze oplossing. Starters kunnen op de verdieping worden gehuisvest, terwijl ouderen, die minder mobiel zijn en misschien niet zo goed meer de trap op komen, op de begane grond kunnen wonen.
Op basis van referentieplattegronden uit verschillende wijken is er een overzicht ontwikkeld van de meest voorkomende plattegronden. Het resultaat: de beslisboom waarmee de corporatie snel en slim op basis van aantal leidende eigenschappen kan inzien of een woning geschikt is voor splitsing. Vervolgens is Woonbedrijf actief aan de slag gegaan met het realiseren van zulke splitsingen. En nu is er dan ook tastbaar resultaat: de eerste woningsplitsing is gerealiseerd! Afgelopen maand mochten we de woning bezoeken. Het is slechts een kwestie van tijd voor de volgende woningen op de markt komen. Lijkt het splitsen van woningen u iets, neem dan contact op voor het ontvangen van onze brochure met bewezen oplossingen of plan een gesprekje in: m.savelberg@bouwhulp.nl Het is ondertussen voor iedereen wel bekend: verduurzamen kost geld! Veel geld. Maar toch vormt de financiële kant niet de grootste uitdaging bij het verduurzamen van de bijna 5 miljoen particuliere woningen in ons land. Het is juist de opgave waarbij vele kleine (individuele) projecten een te groot beslag leggen op de beschikbare tijd. En juist deze kant van het werken in opdracht van particuliere woningeigenaren heeft aandacht nodig om hun opgave aantrekkelijk te maken voor financiering.
In dit verband wordt in het kader van het Horizon2020 Framework Programma voor Onderzoek en Innovatie van de Europese Unie een nieuwe “pan-European City Facility”, kortweg EUCF opgezet (Wil je meer weten over dit programma lees hier: https://klimaatverbond.nl/project/eucf/ ). Binnen deze call ‘EUCF’ ligt er een opgave om de haalbaarheid van een ‘investment concept’ voor verduurzaming van de gebouwde omgeving op te stellen. In totaal hebben 9 gemeenten gekozen om met elkaar voor een gezamenlijke route de haalbaarheid ervan te toetsen. Het doel is om tot een (collectieve) overkoepelende aanpak te komen. Waarbij vervolgens iedere gemeente afzonderlijk een groot aandeel van de particuliere woningen kan verduurzamen met een substantiële CO2-reductie tot gevolg. We onderzoeken wat er nodig is om dit te faciliteren op het gebied van organisatie en governance, en wat er moet gebeuren om dit op grotere schaal te herhalen in de gemeente. Onze rol concentreert zich op het begeleiden en ondersteunen van de gemeenten bij de ordening van de woningvoorraad en het ophalen van mogelijke oplossingen die met een Wijkuitvoeringsplan (WUP) invulling geven aan de realisatie van de Warmtetransitievisie (WTV). Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door Klimaatverbond Nederland, De gemeenten Bunnik, Berkelland, Bronkhorst, De Bilt, Epe, Houten, Utrechtse Heuvelrug, Voorst en Wageningen, be-green, davidwillemsen en kombisol Het zou de gewoonste zaak van de wereld moeten zijn: succesvol renoveren begint bij de bewoner. Maar dat is het helaas nog niet. Of het nu is voor een eerste woningbezichtiging, een gesprek over woonwensen en de toekomst in de woning. De ‘warme opname’ of het moment dat de bouwvakker begint, er woont al iemand en daar bel je aan. Dat maakt renoveren uitdagender dan nieuwbouw.
Het journal Urban Planning heeft een complete uitgave gewijd aan Europese aandacht voor ‘renoveren met bewoners’, en met een Nederlands tintje. Onder redactie van de Hanze hogeschool zijn negen wetenschappelijke papers geschreven en gepubliceerd. Onderwerpen die aan bod komen zijn hoe energieprestatiecontracten rekening houden met bewonersgedrag, de rol van energiecoöperatieven bij verduurzaming en de dilemma’s van eigenaar-bewoners bij het realiseren van de duurzaamheidsdoelen. Voor de specialist bekende onderwerpen, maar nog lang niet voor iedereen. De uitgever van dit journal organiseert regelmatig webinars om de inhoud van de artikelen te presenteren en te bediscussiëren. Op 29 juni was er een webinar met een bijdrage van BouwhulpGroep. Onze collega en lector aan Hogeschool Rotterdam, Haico van Nunen, was gevraagd als respondent bij deze bijeenkomst. En om daarbij als expert de presentaties te beschouwen en in hun context inhoudelijke te bespreken. Veel vanuit onze dagelijkse praktijk hoorden we terug in deze presentaties. Nu zorgen dat het besef dat renoveren altijd met bewoners gaat blijft hangen en dat de opgedane kennis ook daadwerkelijk gebruikt wordt. Het is in ieder geval goed om te horen dat de bestaande bouw steeds meer aandacht krijgt, zowel in onderzoek als in de praktijk. De Webinar is terug te kijken via deze link. Afgelopen maand kwamen we met zestien Europese partners samen in het zonnige Nice voor de halfjaarlijkse consortiummeeting. In twee dagen tijd is er actief en inhoudelijk kennis uitgewisseld over de stand van zaken met betrekking tot Re-Modulees. Dit Europese project moet ervoor gaan zorgen dat ingrijpende renovaties eenvoudiger, sneller en aantrekkelijker worden gemaakt voor belanghebbenden. Dit zal gebeuren door gebruik te maken van een overkoepelend platform en door gebruik te maken van opgedane kennis uit eerdere projecten van het Europese Horizon 2020 programma, gericht op One-Stop-Shops.
In zeven geselecteerde steden uit verschillende landen worden ‘renovatie hubs’ opgezet om de eerdere resultaten te gebruiken en dilemma’s op financieel, technisch en maatschappelijk vlak weg te nemen. Kennis ontwikkelen is één ding, kennis implementeren vraagt om andere vaardigheden. Op dit moment werken we voor de Nederlandse hub aan het werven van potentiële klanten, zoals gemeenten, energieloketten en energiecoöperaties waar dit aanbod wordt ontsloten. Samen met de Nederlandse projectpartners hebben we een menukaart opgesteld met verschillende diensten en producten die ter ondersteuning worden aangeboden aan opdrachtgevers om projecten van start tot finish goed te begeleiden. Denk hierbij aan producten zoals de Sensi-Sensoren en de Ikwoon applicatie. Aan het einde van Re-Modulees hebben we een netwerk van ‘renovatie hubs’ die diverse oplossingen, ontwikkeld door heel Europa, aan kunnen bieden. Op die manier kunnen gemeenten (en bewoners) en corporaties sneller tot de gewenste verduurzaming komen. Het Re-Modulees consortium bestaat uit de volgende partners: BouwhulpGroep (NL), ISSO (NL), Huygen Installatie Adviseurs (NL), Consiglio Nazionale Ricerche (IT), Certificazioni Materiali Costruzione (IT), Academia Europea di Bolzano (IT), SYMPRAXIS Team (GR), CRES (GR), Instituto Valenciano Edification (ES), Ubik Geospatial Solutions (ES), R2M Solutions (FR), DOWEL Management (FR), Center for Energy Efficiency (FR), Institute for Innovation and Development of University of Ljubljana (SI), Meta Group (IT) and International Union of Property Owners (BE). De Vereniging van Eigenaren (VvE) van een jaren ‘50 complex in Zutphen wil hun complex gaan verduurzamen. De bewoners willen het moment van noodzakelijk onderhoud aangrijpen om het complex ook direct energetisch te verbeteren. Om inzicht te krijgen in de mogelijkheden en om de juiste afwegingen daarin te kunnen maken hebben ze de hulp nodig van een professionele partij. BouwhulpGroep heeft als architect en adviseur samen met Michel Coenen van EnergieAdvies Zutphen de bewoners begeleid in het eerste traject van planvorming en verkenning van de mogelijkheden. Samen met het bestuur hebben we verkend wat de mogelijke maatregelen zijn, en hoe deze vorm te geven met de bijbehorende kosten, risico’s en kwaliteiten. De unieke ligging aan de IJssel maakt dat de gemeente het complex met 38 appartementen de status van beschermd stadsgezicht heeft gegeven en dat dus zorgvuldig met het uiterlijk omgegaan dient te worden. We hopen dat we de VVE in Zutphen nog verder kunnen begeleiden tot aan de realisatie van hun verduurzamings- en woonwensen!
Deze VvE in Zutphen is niet de enige in Nederland. Ongeveer 15% van de Nederlandse woningvoorraad is ondergebracht in een VvE, in totaal 1,2 miljoen woningen. Vaak zijn dit appartementen, maar een VvE van eengezinswoningen komt ook voor. In feite heb je dan geen woning gekocht, maar een appartementsrecht. Je mag dan een deel van het totale gebouw gebruiken en bent voor een deel eigenaar van de gevel, het dak en de installaties. Maar je beslist met zijn allen over de toekomst van het gebouw. Wanneer een dergelijk gebouw toe is aan groot onderhoud of renovatie moet er gezamenlijk worden beslist over de maatregelen, planning en kosten. En dit blijkt in de praktijk vaak lastig: niet iedereen heeft dezelfde ideeën over de verduurzaming, dezelfde agenda en dezelfde portemonnee! Bovendien heerst toch vaak het idee dat je alleen voor jouw appartement verantwoordelijk bent, dus waarom betalen voor het dak als je zelf op de begane grond woont? BouwhulpGroep kan VvE’s helpen met het maken van een goed onderbouwd gezamenlijk plan dat past bij de wensen en eisen van álle bewoners en ze begeleiden tot aan én tijdens de uitvoering. |
|