De woningvoorraad heeft meer kwaliteit te bieden dan veelal op het eerste oog is te zien. Neem de portieketagewoningen van drie of vier woonlagen, gebouwd in de jaren zestig van de vorige eeuw. Veel woningcorporaties in met name stedelijke gebieden beschikken over dergelijke woningen. Interessant voor de sociale doelgroep, want vaak prettig van formaat en betaalbaar. Maar vaak ook een ‘zorgenkindje’; gehorig, bouwfysisch ondermaats, een hokkerige indeling en met het ontbreken van een lift hebben deze woningen veelal een beperkte toegankelijkheid. En met de blik op de toekomst is verduurzamen noodzakelijk. Dit laatste vormt voor een corporatie vaak het vertrekpunt voor de zoektocht naar een strategie. Eén waarin wordt geïnvesteerd in de noodzakelijke woningverbetering, maar waarbij wel het bereikbaar en betaalbaar houden voor de doelgroep hoog in het vaandel staat. Zo ook bij woningcorporatie Woonkracht10, die BouwhulpGroep heeft gevraagd de toekomstwaarde en de daarmee gepaarde verbeterpotenties te beschouwen van een drietal portieketage complexen, gelegen in de Staatsliedenbuurt te Alblasserdam. Met als resultaat een visie van de toekomst van deze woningen, waarmee de corporatie een eerste belangrijke stap richting besluitvorming kan zetten.
De drie complexen in deze buurt lijken op voorhand min of meer gelijkwaardig. Uit het onderzoek van BouwhulpGroep is gebleken dat op technisch vlak dit juist is, maar dat juist op de gebieden van stedenbouw, architectuur en woontechniek er diverse kwaliteitsverschillen zijn te ontdekken. Dit heeft ervoor gezorgd dat de huidige complexen verschillend worden gewaardeerd en je daarmee op zoek kan gaan naar een gedifferentieerde aanpak voor de toekomst. Het onderzoek heeft per complex diverse scenario’s opgeleverd, variërend van conserveren/consolideren van het bestaande (gericht op de korte termijn en de huidige doelgroep) tot sloop/vervangende nieuwbouw (gericht op de lange termijn en het eventueel bedienen van een andere doelgroep). Het onderzoek zet deze verschillende scenario’s op een rij en levert daarmee voor de corporatie de bouwstenen om een afweging te maken. Voor elk complex afzonderlijk, maar ook integraal beschouwd vanuit haar totale bezit in de Staatsliedenbuurt.
De drie complexen in deze buurt lijken op voorhand min of meer gelijkwaardig. Uit het onderzoek van BouwhulpGroep is gebleken dat op technisch vlak dit juist is, maar dat juist op de gebieden van stedenbouw, architectuur en woontechniek er diverse kwaliteitsverschillen zijn te ontdekken. Dit heeft ervoor gezorgd dat de huidige complexen verschillend worden gewaardeerd en je daarmee op zoek kan gaan naar een gedifferentieerde aanpak voor de toekomst. Het onderzoek heeft per complex diverse scenario’s opgeleverd, variërend van conserveren/consolideren van het bestaande (gericht op de korte termijn en de huidige doelgroep) tot sloop/vervangende nieuwbouw (gericht op de lange termijn en het eventueel bedienen van een andere doelgroep). Het onderzoek zet deze verschillende scenario’s op een rij en levert daarmee voor de corporatie de bouwstenen om een afweging te maken. Voor elk complex afzonderlijk, maar ook integraal beschouwd vanuit haar totale bezit in de Staatsliedenbuurt.