Portiek- en galerijflats zijn in de jaren ’50 tot ‘70 van de vorige eeuw in grote aantallen gebouwd. De afgelopen tijd komen steeds meer woningcorporaties bij ons met de vraag wat de juiste toekomststrategie is voor deze woningtypes. Is het zinvol om te investeren in een duurzame toekomst van het gebouw of wordt het tijd om er afscheid van te nemen en een andere koers te gaan varen? Niet slopen is altijd de duurzaamste oplossing, maar een brede integrale afweging op duurzaam wonen is nog beter. Daarmee is de vraag ‘wat is logischer: slopen of renoveren?’ niet zo eenvoudig te beantwoorden. Het zijn beide technieken die ingezet kunnen worden om de gewenste woonkwaliteit te realiseren. Bij verduurzamen stel je de vraag over welke kwaliteiten een woning moet (gaan) beschikken, zodat deze blijvend in bepaalde woonbehoeften kan voorzien. Waarbij zeker in de sociale huursector passend wonen veelal het uitgangspunt blijft. Dat betekent een comfortabele, maar bovenal betaalbare woning. Portiek- en galerijwoningen kunnen juist hierin een rol spelen, omdat ze een passende aanbod bieden voor vele doelgroepen.
De portiekwoning kent haar beperkingen - de plattegrond is hokkerig en de woning is gehorig - maar ze biedt ook de nodige potentie. Zeker voor de kleinste huishoudens die betaalbaar willen wonen; één van de voornaamste doelgroepen voor woningcorporaties. Dit betekent wel dat er geïnvesteerd moet worden om ze aantrekkelijk én betaalbaar te houden voor deze doelgroep. Zowel in wooncomfort als in duurzaamheid. Een portiekwoning technisch naar nieuwbouwniveau brengen of deze beter seniorengeschikt maken zal vanwege de enorme hiervoor benodigde investeringen niet snel voor de hand liggen. De uitdaging zal daarom meer liggen in het bereikbaar houden van deze woningen voor de doelgroep met de kleinste portemonnee, zonder daarbij de gewenste woonkwaliteit uit het oog te verliezen.
De uitdagingen van galerijflats liggen dan weer niet zo zeer op het gebied van energiebesparing. De grote mate van uniformiteit en schaal biedt juist kansen om hiervoor een industriële, herhaalbare en daarmee betaalbare aanpak te ontwikkelen. Om werkelijk een duurzame toekomst te kunnen bieden zou juist de uitstraling (massaliteit), de grote mate van gemeenschappelijkheid en de beheerbaarheid van de woonomgeving onderdeel moeten zijn van de aanpak. Want dat de galerijflat toekomstwaarde heeft staat wat ons betreft niet ter discussie. De woningen beschikken over ruimtelijke plattegronden waardoor ze altijd interessant zullen blijven voor de sociale doelgroep. Het alternatief, sloop-nieuwbouw, is ook niet overal realiseerbaar. Vanuit kosten, circulariteit, (bouw)capaciteit, en beschikbaarheid kunnen we het ons niet veroorloven om dit op grote schaal toe te passen. En daarom moeten we dit middel enkel inzetten als andere oplossingen niet haalbaar zijn.
De portiekwoning kent haar beperkingen - de plattegrond is hokkerig en de woning is gehorig - maar ze biedt ook de nodige potentie. Zeker voor de kleinste huishoudens die betaalbaar willen wonen; één van de voornaamste doelgroepen voor woningcorporaties. Dit betekent wel dat er geïnvesteerd moet worden om ze aantrekkelijk én betaalbaar te houden voor deze doelgroep. Zowel in wooncomfort als in duurzaamheid. Een portiekwoning technisch naar nieuwbouwniveau brengen of deze beter seniorengeschikt maken zal vanwege de enorme hiervoor benodigde investeringen niet snel voor de hand liggen. De uitdaging zal daarom meer liggen in het bereikbaar houden van deze woningen voor de doelgroep met de kleinste portemonnee, zonder daarbij de gewenste woonkwaliteit uit het oog te verliezen.
De uitdagingen van galerijflats liggen dan weer niet zo zeer op het gebied van energiebesparing. De grote mate van uniformiteit en schaal biedt juist kansen om hiervoor een industriële, herhaalbare en daarmee betaalbare aanpak te ontwikkelen. Om werkelijk een duurzame toekomst te kunnen bieden zou juist de uitstraling (massaliteit), de grote mate van gemeenschappelijkheid en de beheerbaarheid van de woonomgeving onderdeel moeten zijn van de aanpak. Want dat de galerijflat toekomstwaarde heeft staat wat ons betreft niet ter discussie. De woningen beschikken over ruimtelijke plattegronden waardoor ze altijd interessant zullen blijven voor de sociale doelgroep. Het alternatief, sloop-nieuwbouw, is ook niet overal realiseerbaar. Vanuit kosten, circulariteit, (bouw)capaciteit, en beschikbaarheid kunnen we het ons niet veroorloven om dit op grote schaal toe te passen. En daarom moeten we dit middel enkel inzetten als andere oplossingen niet haalbaar zijn.