Gemeente Rotterdam is vanuit het programma aardgasvrije wijken aan het bestuderen hoe een gebied aardgasvrij te maken is. Dit gebied omvat een deel van de wijken Prinsenland en Lage Land en een gedeelte van Capelle. Dit sluit goed aan bij een eerdere studie waarbij we een deel van Rotterdam samen met de gemeente in kaart hebben gebracht (zie hiervoor ons eerdere nieuwsbericht). Deze eerdere studie heeft 7.500 woningen in de wijken Lage Land en Prinsenland teruggebracht tot een klein aantal componenten. Vanuit deze componentenordening ontstaan nieuwe inzichten in de omgang van de woningvoorraad. Vervolgens geeft dat weer inzicht in de behoefte aan en de impact van maatregelen. Met deze manier van ordenen doet de eigendomsvorm er niet meer toe voor de verduurzamingsaanpak!
Dit geeft een goede aanleiding om deze opgestelde ordening direct in de praktijk te brengen binnen het programma aardgasvrije wijken. Hiervoor hebben we van ieder van de wijken een eengezinswoning, een galerijwoning en een portiekwoning geselecteerd. Als selectiecriterium voor deze woningen is onder andere de opbouw in componenten gebruikt. Elk van deze referentiewoningen wordt voor vijf verschillende situaties energetisch doorgerekend. Hier maken ook scenario’s met een warmtenet onderdeel van uit, bij deze scenario’s worden de woningen dus aardgasvrij. Dit onderzoek laat zien wat de energetische prestatie van de woningen wordt bij toepassing van een warmtenet (op hoge temperatuur of op midden temperatuur), en een combinatie van twee isolerende maatregelen. Dit alles gericht op de particuliere bewoner in de drie gekozen wijken.
Met deze referentiewoningen dekken we al een groot gedeelte van de wijk af, en door op componenten te beschouwen kunnen we ook voor woningen en wijken in een andere samenstelling de doelen gaan benoemen. De pui van een portiekwoning kan namelijk ook als component in een eengezinswoning voorkomen! Daar hoeven we dan geen nieuwe referentie voor een eengezinswoning van te maken, maar deze kan uit de andere twee woningen afgeleid worden. Momenteel is dit onderzoek in de afrondende fase. Op basis van de berekening, de kosten en de te bereiken kwaliteit kan er hiermee een aanpak voor het hele gebied worden opgesteld, waarbij de gemeente bewoners snel inzicht kan geven in de resultaten.
Dit geeft een goede aanleiding om deze opgestelde ordening direct in de praktijk te brengen binnen het programma aardgasvrije wijken. Hiervoor hebben we van ieder van de wijken een eengezinswoning, een galerijwoning en een portiekwoning geselecteerd. Als selectiecriterium voor deze woningen is onder andere de opbouw in componenten gebruikt. Elk van deze referentiewoningen wordt voor vijf verschillende situaties energetisch doorgerekend. Hier maken ook scenario’s met een warmtenet onderdeel van uit, bij deze scenario’s worden de woningen dus aardgasvrij. Dit onderzoek laat zien wat de energetische prestatie van de woningen wordt bij toepassing van een warmtenet (op hoge temperatuur of op midden temperatuur), en een combinatie van twee isolerende maatregelen. Dit alles gericht op de particuliere bewoner in de drie gekozen wijken.
Met deze referentiewoningen dekken we al een groot gedeelte van de wijk af, en door op componenten te beschouwen kunnen we ook voor woningen en wijken in een andere samenstelling de doelen gaan benoemen. De pui van een portiekwoning kan namelijk ook als component in een eengezinswoning voorkomen! Daar hoeven we dan geen nieuwe referentie voor een eengezinswoning van te maken, maar deze kan uit de andere twee woningen afgeleid worden. Momenteel is dit onderzoek in de afrondende fase. Op basis van de berekening, de kosten en de te bereiken kwaliteit kan er hiermee een aanpak voor het hele gebied worden opgesteld, waarbij de gemeente bewoners snel inzicht kan geven in de resultaten.